Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Urbanus (1949)

Een gelukkige 75ste verjaardag vandaag aan ons aller Urbanus uit het Pajottenland!

Misschien stond hij er zelf nooit bij stil, maar bij zijn geboorte waren de sterren hem nochtans welgezind. Iemand die geboren is onder het sterrenbeeld Tweelingen gaat door het leven als welsprekend, gevat, intellectueel en openhartig, maar anderzijds ook als wispelturig en oppervlakkig. Blijkbaar zijn tweelingen ook de beste humoristen, want met Urbanus, Jacques Vermeire, Jef Burm, Charles Janssens en Theo Van den Bosch staan in het lijstje toch enkele van de grootste humoristische kleppers die Vlaanderen ooit kende.

Bij Vlaamse Wonderjaren hoor je volgende 40 liedjes van Urbanus:

  • 1-2-3 rikke tikke tik – 1982
  • Als ik doodga – 1977
  • Als moeder zong – 1979
  • Awel mercie – 1983
  • Bakske vol met stro – 1979
  • Belastingcontroleur – 1982
  • De Aarde – 1980
  • De kampioen – 1977
  • De konijnekotelaar (B) – 1974
  • De vaas van Sinterklaas – 1987
  • De Vledermuis – 1978
  • De wereld is om zeep – 1975
  • Disco-bar – 1977
  • Fillemong en Fillomeen – 1975
  • Gigippeke – 1974
  • Grootvader Geplant – 1988
  • Help me, ik ben rijk – 1975
  • Hittentit – 1982
  • Ik kom af – 1985
  • In De Hemel Gelogeerd – 1979
  • In het midden van de nacht – 1974
  • Ivonneke – 1979
  • Katrien – 1982
  • Kodazuur – 1982
  • Leentje – 1974
  • Madammen met een bontjas – 1979
  • Mijn peter – 1977
  • Moeke Medelij – 1975
  • Pajottenland – 1977
  • Plezant liedje voor lud – 1978
  • Publiciteitsjaren – 1982
  • Rustige Ouwe Dag – 1982
  • Serieus Liedje Voor Lud – 1978
  • Simfonieke van den uitkomen – 1974
  • ’t Is Feest – 1987
  • The Scratchin’ Zwaantjes – 1984
  • Vaarwel Theo – 1977
  • Wat Ze Nog Niet Weet – 1979
  • Zilveren maan – 1985
  • Zonder Pracht, Zonder Praal – 1982

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« In het begin van mijn carrière heb ik dikwijls een optreden moeten redden door grappen te vertellen tussen de liedjes door. Als er dan achteraan in de zaal zatlappen het concert verstoorden, vroeg ik hen in de micro of ik toch niet te luid speelde op het podium. Dan had ik de lachers meteen op mijn hand en stopte het lawaai. Zo ben ik zotte vertellementen blijven combineren met droevige liedjes. »Willem Vermandere
Het Nieuwsblad - 13 februari 2010