Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Kor Van der Goten (1931-1983)

Het is vandaag de geboortedag van KoR (Cornelius) Van der Goten (Mechelen 21 april 1931 – 28 januari Antwerpen 1983), Vlaanderen’s allereerste ‘sjansonjee’. ‘Artiesten zijn tisten en die worden niet wijs’, zong deze volstrekt eigenwijze en controversiële kleinkunstzanger wiens leven leest als een dramatisch filmscenario.

Samen met Miel Cools, Hugo Raspoet en Antoon De Candt behoorde hij eind jaren ‘50 en begin jaren ‘60 tot de eerste golf Vlaamse chansonniers.

Zijn lyrische liedjesteksten waren voor die tijd vaak zeer gewaagd en extravagant. Zelfs na meer dan vijftig jaar blijven ze nog altijd vlijmscherp, reden waarom je Van der Goten vrijwel nergens nog op de radio zult (terug)horen.

Voor zijn omgeving was hij helaas ook een enfant terrible, door zijn wispelturige karakter en zijn drankprobleem.

Bij Vlaamse Wonderjaren hoor je volgende liedjes van KoR Van der Goten:

  • Caroline – 1962
  • De speelman – 1964
  • De Vlaamse kritikasters – 1964
  • Ekstravagant – 1962
  • Goeden avond – 1964
  • Hang niet door het venster – 1960
  • Hipokrizie – 1964
  • Ik wandel (Antwerpen) – 1964
  • Kind op het tapijt – 1962
  • Op een nacht belde een meisje – 1962
  • Prelude – 1962
  • Proza – 1962
  • September – 1964
  • Sertitude – 1962
  • Soete mei – 1964
  • Sprookeling – 1962
  • Stilleven met bier – 1960
  • Stommi – 1962
  • ’t Zwijntje – 1961
  • Testamant – 1964
  • Verboden te lachen – 1964
  • Zaterdagavond – 1964

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« In het begin van mijn carrière had ik even een flirt met de filmindustrie. Ik zou toen de hoofdrol spelen in 'La Longue Nuit', een Belgisch/Franse coproductie. Via het tijdschrift Filmfan waren ze bij mij geraakt. Enfin, ik deed een korte auditie en ik had meteen de hoofdrol als leider van een bende rebellen op school. Het was een beetje een James Dean-rol. Ik pakte al mijn spaargeld bijeen en ging - zeer tegen de zin van mijn moeder - op een huurflat in Antwerpen wonen, om dicht bij de filmset te zitten. Maar na vier dagen opnamen kwam de directeur de fotographie op de set met de mededeling: er is geen geld meer, we staken de opnamen. Ik heb die opnamen trouwens nooit te zien gekregen. »Will Tura
Het Nieuwsblad - 24 oktober 1998