Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Erik Marijsse (1944)

Erik Marijsse, begin jaren ’70 de grote man achter het populaire maandblad Hitorama over de Vlaamse muziek, wordt vandaag 79. Al in 1969 nam hij zijn eerste plaatjes op. Zo ook ‘Wie wil mijn meisje zijn’, dat pas enkele jaren later een hit werd in de versie van John Horton. Samen met zijn goede vriend Ignace Baert schreef hij tal van liedjes voor andere artiesten, waaronder ‘Baby baby’ voor Nicole & Hugo.

Bij Vlaamse Wonderjaren hoor je volgende 27 liedjes van Erik Marijsse:

  • Adieu Christine – 1981
  • Adieu Marianne – 1983
  • Alles wat ik wil ben jij alleen – 1985
  • Beter geven dan krijgen – 1969
  • Fred frit (als Riet en Rik) – 1987
  • Hippie – 1972
  • Ik bel jou, m’n schat, ik mis je – 1984
  • Ik ben een Belg – 1982
  • Itsy Bitsy Teenie Weenie Yellow Polka Monokini – 1984
  • Kernraketten, nee! – 1983
  • Kijk naar omhoog – 1969
  • Laat me maar alleen – 1986
  • Laat ons nog ‘ns dansen op die slow – 1977
  • Leven leven laten leven – 1969
  • Margot – 1987
  • Playa de Aro – 1975
  • Porompompero – 1978
  • Rode wijn en flamenco – 1978
  • Soerabaya – 1977
  • ’t Meisje met de mooiste lach – 1969
  • Uit liefde – 1982
  • Video girl – 1988
  • Vlaamse meisjes zijn mooi – 1970
  • Vlaanderenland (Champs Elysees) – 1972
  • Wat er telt – 1986
  • We hebben nooit genoeg – 1985
  • Wie wil mijn meisje zijn? – 1969

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« Ik wou als kind striptekenaar worden. Je kon dat van thuis uit doen. Maar het lukte niet om door te breken. In die tijd werd de stripmarkt gedomineerd door enkele grote tekenaars. Ja, je kon in dienst gaan, maar dat wou ik niet. Ik zat vol creativiteit, en ik wou daarmee niet een ander zijn prentjes inkleuren. Dat was een grote frustratie. Dé openbaring voor mij was de doorbraak van de kleinkunst. Mensen als Jan De Wilde en Willem Vermandere waren mijn grote voorbeelden. Je kon ineens gewoon zingen over dagdagelijkse dingen en daar wat onzin tussen vertellen. En je hoefde geen duur kostuum of groot orkest. Een stinkende floeren broek was al genoeg. Dat was mijn wereld. Ik zag de kleinkunst als een omzetting van tekeningen in tekst en muziek. »Urbanus
De Zondag - 13 augustus 2017