Vlaamse Wonderjaren

Dit speelt nu bij Vlaamse Wonderjaren:

Marc Dex (1943)

Marc Dex wordt vandaag 81. Hij toerde begin jaren zestig met zijn orkest The Ruby’s toen hij in 1964 zijn eerste platencontract kreeg.

Op zijn grote doorbraak moest hij wachten tot Canzonissima van 1968, de liedjeswedstrijd op de toenmalige BRT waarin de Vlaamse bijdrage voor het Eurovisiesongfestival werd gekozen. In 1968 stuurde de RTBF weliswaar een kandidaat naar het songfestival, maar omdat het programma in 1967 zo populair was, besloot de BRT om het programma ook in 1968 te hernemen. Marc Dex zorgde er voor ophef omdat hij dankzij de stemmen van het publiek met drie liedjes in de finale zat: Oh clown, Lai, lai, lai en Niet huilen, mama. Uiteindelijk won Liliane Saint-Pierre met Wat moet ik doen.

Marc bleef de volgende jaren nog heel wat grote hits scoren, terwijl ook zijn broer Juul Kabas zich, met meer ludieke Vlaamse liedjes succesvol een weg baande. Vanaf de tweede helft van de jaren ’70 was het grootste succes voorbij. Nadien startte Marc een café met een artiestenpodium, waar hij onder andere Margriet Hermans ontdekte. In 1989 begon hij een theaterbureau. Zijn dochter Barbara trad in de muzikale voetsporen van haar vader en bouwde ook een mooie carrière uit, met vader Marc als ervaren gids achter de schermen.

Bij Vlaamse Wonderjaren hoor je de volgende 77 liedjes van Marc Dex:

  • 1 + 1 = 2 (Luglio) – 1968
  • Aan een moeder – 1976
  • Aardig meisje van de buiten – 1969
  • Als je eenzaam bent – 1982
  • Als wij marcheren – 1967
  • Annemarie – 1972
  • Bla bla bla – 1968
  • Bracero – 1966
  • Cucurucucu – 1970
  • Dans weer eens daar bij die molen – 1968
  • De kluizenaar en de rozelaar (& The Ruby’s) – 1965
  • Doe wel en zie niet om – 1973
  • Dom lili dom – 1970
  • Een droom met Maria – 1971
  • Een gelukkige dag – 1981
  • Een liedje voor jou – 1972
  • Erica (& The Ruby’s) – 1965
  • Feel happy – 1975
  • Gewoon goed zijn – 1974
  • Gloria in excelcis Deo – 1967
  • Hey little girl – 1973
  • Hier klopt het geluk aan de deur – 1968
  • Ieder huisje heeft zijn kruisje – 1968
  • Ik ben de speelbal – 1985
  • Ik heb ’t geluk gevonden – 1971
  • Ik mis je zo – 1974
  • Ik zal altijd op je wachten – 1972
  • Ik zei.. ik ben – 1971
  • In je ogen – 1970
  • Jij bent mijn wereld – 1987
  • Jij bent wonderbaar – 1970
  • Jij leeft in mij – 1970
  • Jij meisje – 1971
  • Joekaidi – 1970
  • Johnny ga door – 1984
  • Jonger dan je denkt – 1970
  • Jouw liefde – 1972
  • Kleine kleuter speel – 1968
  • Krik Krak – 1969
  • Lakka Lakka Lakka – 1970
  • La la la lai – 1968
  • Loop niet voorbij – 1970
  • Maar in Amerika – 1969
  • Mariachi’s – 1973
  • Maria-Magdalena – 1975
  • Mezelve zijn – 1970
  • Mooier – 1968
  • Monica – 1970
  • Morgen is het te laat – 1970
  • Niemand zag die tuin van rozen (& The Ruby’s) – 1964
  • Niet huilen mama – 1968
  • Noordzee – 1971
  • O Clown – 1968
  • Oh Angelina – 1965
  • Oho aha – 1971
  • Palma de mallorca – 1969
  • Papa wanneer kom je thuis – 1975
  • Rijke mijnheer – 1975
  • Rozen zonder doornen – 1968
  • Santa Marlena – 1976
  • Slaapwel (& Nelleke) – 1968
  • Stoet van Papier – 1970
  • Sunny girl – 1974
  • Tennessee baby – 1970
  • Tranen van liefde – 1970
  • Vaarwel Jenny (& The Ruby’s) – 1964
  • Vaarwel, vaarwel – 1970
  • Vergeef het mij – 1968
  • Vlaanderen – 1970
  • Vrienden zijn vrienden – 1970
  • Waar ga je heen man – 1984
  • Waar is ze (& The Ruby’s) – 1965
  • Waar moet ik heen – 1983
  • Waarom liet je mij alleen – 1973
  • Wie ben ik, wie ben jij? – 1985
  • Zeg een simpel woord – 1975
  • Zo’n warme zomernacht – 1986

Je zou ook interesse kunnen hebben in...

« Als je het in je hebt, begin dan zo vroeg mogelijk met muziek. In onze platenwinkel kwamen iedere week de voyageurs langs, de vertegenwoordigers van de grote platenfirma's, om hun nieuwe producten voor te stellen. Voor mij waren dat goden: zij vormden de rechtstreekse link met de internationale vedetten. De man van RCA-records was Kamiel Schoepen, de broer van Bobbejaan, die in de jaren 50 alle grote tournees met Bobbejaan had gedaan. Kamiel kwam op woensdagmiddag naar onze platenwinkel, bleef dan eten en whisky drinken. En ik hing aan z'n lippen. Hij vertelde verhalen, man! Hij kende Jim Reeves, Chet Atkins, Skeeter Davis en Bill Monroe persoonlijk... Als 12-jarige droomde ik weg bij die verhalen. Bij ieder nieuw bezoek vroeg Kamiel mij: `En, Jeanke, speel nog 'ns iets.' Dat deed ik dan. En hij: `Zorg dat je over veertien dagen dit of dat nummer van Chet Atkins geleerd hebt.' En twee weken later speelde ik 'm dat foutloos voor! Vanaf toen noemde hij mij `Chet' ­ en daar was ik bijzonder trots op. De grootste eer denkbaar. »Jean Blaute
Humo - 14 april 2015